Tekst: Wouter Hietink
Beeld: Getty Images en Wouter Hietink

Wouter maakt voettocht langs Ierse links

magazine

REIZEN

“Weet je wel hoe duur het is om hier te spelen?”

"Als ik ook eens een mooie bal sla, is het heerlijk om een klein complimentje van de twee golfgoeroes te krijgen"

"John heeft een appartement in het clubhuis, en komt jaarlijks minstens een paar weken naar Ierland om te golfen"

magazine

Meelopen
Ik krijg niet veel hulp van de receptie als ik op de bel druk, dus bel ik Timmy. Hij is verbaasd over mijn telefoontje, maar geeft me de code van het hek en helpt me via de telefoon om mijn weg naar de caddieshack te vinden. Het terrein is enorm, dus het kost me een goede tien minuten om bij hem te komen. Als ik dan eindelijk om de hoek kom, kijkt hij nog verbaasder dan hij klonk. “Dus, wat is jouw verhaal?”, vraagt hij me terwijl we een kleine keet die dienstdoet als zijn kantoor, binnenlopen. Als ik hem uitleg wat ik doe, wijst hij me er snel op dat hij me niet zomaar de baan in mag sturen, maar hij zou wel even kunnen kijken in de startlijst of ik met iemand mee kan lopen. “Weet je wel hoe duur het is om hier te spelen? Hoeveel betaalde je in Ballybunion?” Als ik vertel dat ik 

Wil je meer lezen over de ervaringen van Wouter Hietink? Volg dan zijn wekelijkse blog op GOLF.NL

Golfgoeroes
Hoe moeilijker het golfen wordt, hoe meer blijkt dat mijn flightgenoten ervaren golfers zijn. Wanneer ik een ijzer 7 sla moeten zij vaak de houten 3 uit de tas halen, maar met hun soepele swings blijken ze vaak nauwkeuriger dan ik. John legt uit dat hij, voor zijn politieke carrière, tien jaar lang in het panel van GolfDigest’s top 100 banen heeft gezeten. Michael speelt simpelweg al zijn hele leven, en heeft het spelletje op de links haarfijn door. Als ik ook eens een mooie bal sla, is het dan ook heerlijk om een klein complimentje van de twee golfgoeroes te krijgen

Boeken schrijven
Na een prachtige ronde en een pint regel ik een slaapplek bij een Poolse barman die in het restaurant werkt. Omdat hij pas laat klaar is met werken heb ik de tijd om nog even met John te dineren, en te praten over alles waar we beiden mee bezig zijn. “Je zou een boek moeten schrijven over je avonturen”, zegt hij tegen me. “Ik zou zelf een boek willen schrijven over mijn ervaringen in de politiek, maar weet nog niet helemaal waar ik het over zou laten gaan.” Wanneer we opstaan geeft hij me eerst een hand, maar omhelst me toch nog kort. We spreken af dat ik hem zal opzoeken in Amerika om te golfen, en dat we elkaar onze boeken zullen sturen als we die hebben geschreven.

Respect voor de natuur
Onze ronde begint goed, en de wind laat ons zeker op de eerste holes redelijk met rust. De hoge duinen houden op 1 tot en met 4 de wind goed tegen, wat de holes fijn maken om op te warmen. Zodra we meer in de richting van de zee trekken verdwijnt de barricade echter, en laat de verfijnd ogende baan zijn tanden zien. Diepe potbunkers in de fairways slokken maar wat graag ballen op, en we vinden veel ballen in onze fairway van mensen voor ons, die de ruige natuur van de baan en de wind niet genoeg respect hebben getoond.

Nieuwe par 3
Rond hole 7 wijst John opeens naar boven op een duin, en zegt dat ik daar even moet gaan kijken. Ik klim snel omhoog, en wacht tot beide mannen zich langzaam de steile helling op trekken. Eenmaal boven zegt John: “Hier lag vroeger de teebox van een van de meest gefotografeerde holes van Europa, en daar beneden lag de green.” Nu zie ik een kom die uitmondt op het strand, dichtbegroeid met hoog duingras en kleine bosjes goarse. “De green is een paar jaar geleden zo goed als weggespoeld”, hoor ik hem uitleggen. “Verderop in de baan ligt al een nieuwe par 3, om een andere hole te vervangen wanneer zoiets nog een keer gebeurt.”

Stijgend zeewater
Ik loop een half uur lang tussen de kelp en over gladde stenen vlak langs de waterkant, en kijk uit op de duinen die door het gewelddadige water stukje bij beetje afbrokkelen. Langs de delen waar het gras niet meer groeit, staan hekken die mensen van de hellingen af moeten houden. Als ik terugkom vertelt Tim dat er veel meer nodig is om de golfbaan van Donald Trump en de werkplek van honderden locals te beschermen tegen het stijgende zeewater. “In het hoogseizoen werken hier zeshonderd man, wat naast een dorp van vierhonderd een enorm aantal is. We hebben serieuze zeewering nodig. Golfbrekers en dergelijke om het water kalmer te houden, en zo onze duinen te beschermen. Trump probeert al jaren om wallen aan te leggen, maar er is veel tegenstand vanuit klimaatclubs. De baan is voor veel mensen hun brood en we hopen dat hij behouden kan worden.”

No pictures please
Ik word door Timmy geïntroduceerd bij Michael, een wat oudere man met een grote glimlach en een paar vriendelijke ogen. Hij neemt me mee naar de receptie waar ik 60 euro moet afrekenen die Timmy voor me als introductietarief heeft bedongen. Goede onderhandelaar, denk ik, als je je realiseert wie er uiteindelijk aan de andere kant van deze transactie staat. Terwijl ik daar met Michael sta te praten komt Brian Shaw, de head pro, om de hoek gelopen. Ik herken zijn gezicht, maar vooral zijn vuurrode bos haar, van video’s die ik over Doonbeg heb gekeken terwijl ik nog in Nederland zat te dagdromen. Nu, hier in het echt, raak ik met hem aan de praat. Ik vertel het verhaal van mijn reis maar weer eens en hij vertelt nonchalant over hoe vaak hij star struck mensen als ik ontmoet. Hij rond de kennismaking af met: “Ga maar gewoon de baan in en schrijf maar wat over me in je verhaal.”

Congreslid John
Met een greenfee in de zak dartel ik naar de eerste tee. Terwijl Michael rustig de trap op sjokt hebben we het over onze derde man, John. Ik had links en rechts een opmerking horen vallen dat hij het waarschijnlijk niet fijn zou vinden als ik foto’s zou nemen tijdens de ronde. Michael legt uit waarom iedereen zo geheimzinnig over hem doet. “Hij is een Amerikaans congreslid, en komt hier elk jaar.” John glimlacht vriendelijk wanneer we hem de hand schudden, en als Michael vrolijk over mijn verhaal vertelt, reageert hij enthousiast. “Maak je vooral geen zorgen, je mag gewoon foto’s nemen als je dat wilt.”

Soepele swing
We slaan af onder de karakteristieke grote klok van Trump, en vinden alle drie een plek in de buurt van de fairway. John (rechts op de foto) en Michael (midden) swingen allebei even soepel, met een tempo dat jaren golfervaring verraadt. Terwijl we naar onze ballen lopen stel ik vragen over de club. Michael: “Het is duur om lid te worden, maar de baan is mooi en de sfeer is geweldig.” John is het daar helemaal mee eens. Hij heeft een appartement in het clubhuis, en komt jaarlijks minstens een paar weken naar Ierland om te golfen. Wanneer ik hem vraag waarom Ierland antwoordt hij nonchalant: “Simpel, linksgolf is veel spannender, en hier is dat het beste.”

daar 30 euro heb neergelegd, grijnst hij: “Er mist nog een nulletje, ben ik bang.”

Verdwenen greens
Timmy belt vijf minuten heen en weer met de receptie, en komt met een glimlach zijn kantoor uitlopen. “Ik heb een teetime voor je met Michael Waters”, zegt hij. “Hij speelt met een Amerikaan, en vindt het niet erg als je meeloopt. Jullie slaan om twaalf uur af!” Dat betekent dat ik nog twee uur heb. Gelukkig begint Tim die tijd meteen op te vullen met een verhaal over Doonbegs grootste uitdaging: erosie. De afgelopen jaren zijn er meters van de duinen weggespoeld, en zijn zelfs twee volledige greens verdwenen in de zee. Hij raadt me aan om naar het strand te gaan om het met eigen ogen te zien.

Halverwege de tweede week van mijn reis kom ik in de buurt van Doonbeg. Of ik er vertrouwen in heb dat ik hier zonder meer kan golfen? Niet echt. Dit is een van de meest exclusieve, duurste clubs in Ierland. Hoe ga ik überhaupt iemand vinden die in een positie is om mij aan een tee-time te helpen, laat staan dat diegene het dan ook echt doet. De moed zakt me bij voorbaat al in de intussen loodzware schoenen.

Smalltalk
Ik verman me en ik stap de bus uit in Kilkee – ja, ik heb een stukje valsgespeeld tijdens mijn voetreis. Achter me knoopt iemand, die later Aaron blijkt te heten, vanuit het niets een gesprek met me aan. Mijn grote rugtas met opgebonden golfclubs is perfect voer voor smalltalk. Maar Aaron wil meer weten en hij vraagt door over mijn plannen voor de reis; in het bijzonder of ik Doonbeg ga spelen. Ik vertel hem dat ik daar weinig fiducie in heb, maar dat ik natuurlijk ga zoeken naar iemand die me kan helpen. “Oh, maar ik ben daar caddie”, zegt hij triomfantelijk. “Ik geef je het nummer van Timmy. Hij is de caddiemaster op Doonbeg, en wil je vast helpen. Zeg maar dat je z’n nummer van mij hebt gekregen.”

Een nulletje erbij
Een paar dagen later. De zon werpt lange stralen door de mist over de weilanden, en zo nu en dan zie ik de zee tussen hoge braamstruiken. Na een halve kilometer loop ik een rij bomen voorbij, en zie ik het clubhuis opdoemen. Het reusachtige gebouw staat statig tussen de duinen alsof het dat al honderden jaren doet, niet de korte twintig jaar sinds het gemaakt is. Ik loop richting de achteringang over een lange kronkelweg tegen een gigantisch stalen hek aan.

Wouter Hietink (22, net afgestudeerd) reist te voet met een zeer bescheiden budget langs de linksbanen van Ierland. In een blog op GOLF.NL schrijft de jonge golfer wekelijks over zijn ervaringen: ontmoetingen met markante golfers, spelen met voeten vol blaren en elke dag een zoektocht naar een slaapplek. Voor het magazine GOLF.NL vertelt hij over zijn bezoek aan een van de meest exclusieve clubs van Ierland: Doonbeg.

Tekst: Wouter Hietink
Beeld: Getty Images en Wouter Hietink

Wouter maakt voettocht langs Ierse links

“Weet je wel hoe duur het is om hier te spelen?”

REIZEN

magazine

Wil je meer lezen over de ervaringen van Wouter Hietink? Volg dan zijn wekelijkse blog op GOLF.NL

Golfgoeroes
Hoe moeilijker het golfen wordt, hoe meer blijkt dat mijn flightgenoten ervaren golfers zijn. Wanneer ik een ijzer 7 sla moeten zij vaak de houten 3 uit de tas halen, maar met hun soepele swings blijken ze vaak nauwkeuriger dan ik. John legt uit dat hij, voor zijn politieke carrière, tien jaar lang in het panel van GolfDigest’s top 100 banen heeft gezeten. Michael speelt simpelweg al zijn hele leven, en heeft het spelletje op de links haarfijn door. Als ik ook eens een mooie bal sla, is het dan ook heerlijk om een klein complimentje van de twee golfgoeroes te krijgen

Boeken schrijven
Na een prachtige ronde en een pint regel ik een slaapplek bij een Poolse barman die in het restaurant werkt. Omdat hij pas laat klaar is met werken heb ik de tijd om nog even met John te dineren, en te praten over alles waar we beiden mee bezig zijn. “Je zou een boek moeten schrijven over je avonturen”, zegt hij tegen me. “Ik zou zelf een boek willen schrijven over mijn ervaringen in de politiek, maar weet nog niet helemaal waar ik het over zou laten gaan.” Wanneer we opstaan geeft hij me eerst een hand, maar omhelst me toch nog kort. We spreken af dat ik hem zal opzoeken in Amerika om te golfen, en dat we elkaar onze boeken zullen sturen als we die hebben geschreven.

Respect voor de natuur
Onze ronde begint goed, en de wind laat ons zeker op de eerste holes redelijk met rust. De hoge duinen houden op 1 tot en met 4 de wind goed tegen, wat de holes fijn maken om op te warmen. Zodra we meer in de richting van de zee trekken verdwijnt de barricade echter, en laat de verfijnd ogende baan zijn tanden zien. Diepe potbunkers in de fairways slokken maar wat graag ballen op, en we vinden veel ballen in onze fairway van mensen voor ons, die de ruige natuur van de baan en de wind niet genoeg respect hebben getoond.

Nieuwe par 3
Rond hole 7 wijst John opeens naar boven op een duin, en zegt dat ik daar even moet gaan kijken. Ik klim snel omhoog, en wacht tot beide mannen zich langzaam de steile helling op trekken. Eenmaal boven zegt John: “Hier lag vroeger de teebox van een van de meest gefotografeerde holes van Europa, en daar beneden lag de green.” Nu zie ik een kom die uitmondt op het strand, dichtbegroeid met hoog duingras en kleine bosjes goarse. “De green is een paar jaar geleden zo goed als weggespoeld”, hoor ik hem uitleggen. “Verderop in de baan ligt al een nieuwe par 3, om een andere hole te vervangen wanneer zoiets nog een keer gebeurt.”

"Als ik ook eens een mooie bal sla, is het heerlijk om een klein complimentje van de twee golfgoeroes te krijgen"

Stijgend zeewater
Ik loop een half uur lang tussen de kelp en over gladde stenen vlak langs de waterkant, en kijk uit op de duinen die door het gewelddadige water stukje bij beetje afbrokkelen. Langs de delen waar het gras niet meer groeit, staan hekken die mensen van de hellingen af moeten houden. Als ik terugkom vertelt Tim dat er veel meer nodig is om de golfbaan van Donald Trump en de werkplek van honderden locals te beschermen tegen het stijgende zeewater. “In het hoogseizoen werken hier zeshonderd man, wat naast een dorp van vierhonderd een enorm aantal is. We hebben serieuze zeewering nodig. Golfbrekers en dergelijke om het water kalmer te houden, en zo onze duinen te beschermen. Trump probeert al jaren om wallen aan te leggen, maar er is veel tegenstand vanuit klimaatclubs. De baan is voor veel mensen hun brood en we hopen dat hij behouden kan worden.”

No pictures please
Ik word door Timmy geïntroduceerd bij Michael, een wat oudere man met een grote glimlach en een paar vriendelijke ogen. Hij neemt me mee naar de receptie waar ik 60 euro moet afrekenen die Timmy voor me als introductietarief heeft bedongen. Goede onderhandelaar, denk ik, als je je realiseert wie er uiteindelijk aan de andere kant van deze transactie staat. Terwijl ik daar met Michael sta te praten komt Brian Shaw, de head pro, om de hoek gelopen. Ik herken zijn gezicht, maar vooral zijn vuurrode bos haar, van video’s die ik over Doonbeg heb gekeken terwijl ik nog in Nederland zat te dagdromen. Nu, hier in het echt, raak ik met hem aan de praat. Ik vertel het verhaal van mijn reis maar weer eens en hij vertelt nonchalant over hoe vaak hij star struck mensen als ik ontmoet. Hij rond de kennismaking af met: “Ga maar gewoon de baan in en schrijf maar wat over me in je verhaal.”

Congreslid John
Met een greenfee in de zak dartel ik naar de eerste tee. Terwijl Michael rustig de trap op sjokt hebben we het over onze derde man, John. Ik had links en rechts een opmerking horen vallen dat hij het waarschijnlijk niet fijn zou vinden als ik foto’s zou nemen tijdens de ronde. Michael legt uit waarom iedereen zo geheimzinnig over hem doet. “Hij is een Amerikaans congreslid, en komt hier elk jaar.” John glimlacht vriendelijk wanneer we hem de hand schudden, en als Michael vrolijk over mijn verhaal vertelt, reageert hij enthousiast. “Maak je vooral geen zorgen, je mag gewoon foto’s nemen als je dat wilt.”

Soepele swing
We slaan af onder de karakteristieke grote klok van Trump, en vinden alle drie een plek in de buurt van de fairway. John (rechts op de foto) en Michael (midden) swingen allebei even soepel, met een tempo dat jaren golfervaring verraadt. Terwijl we naar onze ballen lopen stel ik vragen over de club. Michael: “Het is duur om lid te worden, maar de baan is mooi en de sfeer is geweldig.” John is het daar helemaal mee eens. Hij heeft een appartement in het clubhuis, en komt jaarlijks minstens een paar weken naar Ierland om te golfen. Wanneer ik hem vraag waarom Ierland antwoordt hij nonchalant: “Simpel, linksgolf is veel spannender, en hier is dat het beste.”

Verdwenen greens
Timmy belt vijf minuten heen en weer met de receptie, en komt met een glimlach zijn kantoor uitlopen. “Ik heb een teetime voor je met Michael Waters”, zegt hij. “Hij speelt met een Amerikaan, en vindt het niet erg als je meeloopt. Jullie slaan om twaalf uur af!” Dat betekent dat ik nog twee uur heb. Gelukkig begint Tim die tijd meteen op te vullen met een verhaal over Doonbegs grootste uitdaging: erosie. De afgelopen jaren zijn er meters van de duinen weggespoeld, en zijn zelfs twee volledige greens verdwenen in de zee. Hij raadt me aan om naar het strand te gaan om het met eigen ogen te zien.

Meelopen
Ik krijg niet veel hulp van de receptie als ik op de bel druk, dus bel ik Timmy. Hij is verbaasd over mijn telefoontje, maar geeft me de code van het hek en helpt me via de telefoon om mijn weg naar de caddieshack te vinden. Het terrein is enorm, dus het kost me een goede tien minuten om bij hem te komen. Als ik dan eindelijk om de hoek kom, kijkt hij nog verbaasder dan hij klonk. “Dus, wat is jouw verhaal?”, vraagt hij me terwijl we een kleine keet die dienstdoet als zijn kantoor, binnenlopen. Als ik hem uitleg wat ik doe, wijst hij me er snel op dat hij me niet zomaar de baan in mag sturen, maar hij zou wel even kunnen kijken in de startlijst of ik met iemand mee kan lopen. “Weet je wel hoe duur het is om hier te spelen? Hoeveel betaalde je in Ballybunion?” Als ik vertel dat ik daar 30 euro heb neergelegd, grijnst hij: “Er mist nog een nulletje, ben ik bang.”

"John heeft een appartement in het clubhuis, en komt jaarlijks minstens een paar weken naar Ierland om te golfen"

Halverwege de tweede week van mijn reis kom ik in de buurt van Doonbeg. Of ik er vertrouwen in heb dat ik hier zonder meer kan golfen? Niet echt. Dit is een van de meest exclusieve, duurste clubs in Ierland. Hoe ga ik überhaupt iemand vinden die in een positie is om mij aan een tee-time te helpen, laat staan dat diegene het dan ook echt doet. De moed zakt me bij voorbaat al in de intussen loodzware schoenen.

Smalltalk
Ik verman me en ik stap de bus uit in Kilkee – ja, ik heb een stukje valsgespeeld tijdens mijn voetreis. Achter me knoopt iemand, die later Aaron blijkt te heten, vanuit het niets een gesprek met me aan. Mijn grote rugtas met opgebonden golfclubs is perfect voer voor smalltalk. Maar Aaron wil meer weten en hij vraagt door over mijn plannen voor de reis; in het bijzonder of ik Doonbeg ga spelen. Ik vertel hem dat ik daar weinig fiducie in heb, maar dat ik natuurlijk ga zoeken naar iemand die me kan helpen. “Oh, maar ik ben daar caddie”, zegt hij triomfantelijk. “Ik geef je het nummer van Timmy. Hij is de caddiemaster op Doonbeg, en wil je vast helpen. Zeg maar dat je z’n nummer van mij hebt gekregen.”

Een nulletje erbij
Een paar dagen later. De zon werpt lange stralen door de mist over de weilanden, en zo nu en dan zie ik de zee tussen hoge braamstruiken. Na een halve kilometer loop ik een rij bomen voorbij, en zie ik het clubhuis opdoemen. Het reusachtige gebouw staat statig tussen de duinen alsof het dat al honderden jaren doet, niet de korte twintig jaar sinds het gemaakt is. Ik loop richting de achteringang over een lange kronkelweg tegen een gigantisch stalen hek aan.

Wouter Hietink (22, net afgestudeerd) reist te voet met een zeer bescheiden budget langs de linksbanen van Ierland. In een blog op GOLF.NL schrijft de jonge golfer wekelijks over zijn ervaringen: ontmoetingen met markante golfers, spelen met voeten vol blaren en elke dag een zoektocht naar een slaapplek. Voor het magazine GOLF.NL vertelt hij over zijn bezoek aan een van de meest exclusieve clubs van Ierland: Doonbeg.