Begin backswing
Draai vanuit het bovenlichaam, niet gehaast vanuit handen en armen. Linkerbovenarm zit tegen de borst, mooie connectie. De handen zijn iets dichter bij de rechterdij gekomen maar, en dat is heel belangrijk, het clubhoofd is buiten de handen gebleven.

Backswing
Shaft is perfect parallel aan de teenlijn. De rechterarm begint te buigen, polsen gaan knikken. De handen zijn nog steeds mooi voor het wegdraaiende lichaam.

Top van de backswing
De rug wijst naar het doel, heupen ongeveer de helft gedraaid ten opzichte van de schouders, dat geeft de gewenste weerstand tussen boven- en onderlichaam. Linkerpols en het clubhoofd in lijn, een perfecte neutrale positie.

Downswing
De downswing wordt heel duidelijk ingezet vanuit het onderlichaam. De rug wijst nog naar het doel, de heupen en benen zijn al een heel stuk opengedraaid. Die combinatie is de krachtbron die alle toppers gebruiken.

Voor impact
De rechterelleboog is dicht bij de rechterheup, het clubhoofd nadert de bal in nagenoeg dezelfde baan als hoe de club werd weggenomen in de backswing (zie foto 2).

Na impact
De heupen zijn nu helemaal open, de gesp van de riem wijst naar het doel, het linkerbeen strekt zich. Kijk naar die armen, prachtige extension. Omdat Louis perfecte swingposities heeft, kan hij vrijuit door de bal gaan.

Eindstand
De rechtervoet leunt op de tenen, de zool van de schoen is zichtbaar. Het gewicht is op links, het lichaam helemaal doorgedraaid, de gesp van de riem wijst nu iets links van het doel. De eindstand van een geweldige golfswing.